27 mei 2021, door Annelies Venema
We zijn als mens in staat om ons leven in zekere mate te ‘bepalen’ door ons bewust te zijn van ons eigen gedrag en de bijbehorende gevolgen. Niet alleen in privé-situaties, maar ook op de werkvloer is het belangrijk om reflectief te zijn en te weten hoe je je eigen gedrag eventueel zou kunnen veranderen om gelukkiger te zijn. Een boek dat hierbij kan helpen en zeer praktische handvatten geeft is ‘The Happy Office Manifest’, van Maartje Wolff en Fennande van der Meulen. Zij stellen dat het inmiddels wel bewezen is dat werkgeluk mensen gezonder, succesvoller, productiever, innovatiever én creatiever maakt. Het boek geeft daarnaast technieken om de regie te pakken over je eigen werkgeluk!
Als je aan de slag gaat met je werkgeluk is het belangrijk je te realiseren dat er een verschil is tussen werkgeluk en werktevredenheid. Werkgeluk (experienced well-being) gaat over het ervaren van welzijn, je goed voelen op dit moment. Werkgeluk komt voort uit het ervaren van voldoening aan het einde van de dag, voortgang boeken, lol hebben met je collega’s en kunnen werken in een omgeving waar je je veilig voelt, waarin je fouten mag maken en betekenisvol werk kunt doen. Werktevredenheid (evaluated well-being) daarentegen gaat over hoe je nadenkt over je welzijn. Dit gaat over zaken als salaris, promotie, leaseauto en dergelijke. Werkgeluk zit in je buik, werktevredenheid in je hoofd. Werkgeluk en werktevredenheid hebben verschillende uitkomsten. De output van werktevredenheid is vooral antwoord op de vraag: wil ik hier blijven werken? De output van werkgeluk gaat over prestaties. Gelukkige mensen presteren beter, op allerlei vlakken – ze zijn creatiever en productiever, werken beter samen, zijn innovatiever, gezonder, meer betrokken en bevlogen. De aspecten hangen dus nauw met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Wat echter blijkt is dat de invloed van werkgeluk op werktevredenheid vele malen groter is dan andersom. Als we gelukkig zijn op ons werk maakt ons dat ook tevredener. Als we tevreden zijn op ons werk maakt ons dat slechts een klein beetje gelukkiger.
Je zou datgene wat er voor mensen toe doet kunnen samenvatten in vier factoren, die noemen de schrijvers van het boek de vier pijlers van werkgeluk. Om je werkgeluk te vergroten is het belangrijker om deze onderdelen goed in de gaten te houden en na te blijven streven. Hieronder worden de pijlers beschreven:
- Betekenis geven (Purpose) gaat erover dat je je ervan bewust bent waarom je doet wat je doet en dat leidt tot een gevoel van zin- en betekenisgeving.
- Verbonden voelen (People) wil zeggen dat je je verbonden voelt met je collega’s.
- Voortgang boeken (Progress) gaat over het ervaren van voortgang in je werk en in je eigen ontwikkeling, zodat het voldoening geeft.
- Plezier hebben (Positivity) gaat over een positieve mind-set, goed in je vel zitten en plezier maken.
We hebben niet altijd controle over de situatie waar we in zitten, maar wel over hoe we ons daarbij voelen en hoe we ons gedragen. Zelf de verantwoordelijk nemen voor je emoties, gedrag en geluk is nodig, maar niet altijd makkelijk. Het model, de kwadranten van eigenaarschap, geeft dat mooi weer. Het model heeft twee assen: een as van invloed of regie – in hoeverre geloof je dat je ergens wel of niet de regie over hebt – en een as van betekenis – in hoeverre doe je de dingen die je doet voor jezelf (ik) of voor iets of iemand anders (wij). Deze assen verdelen het model in vier kwadranten. Ieder kwadrant geeft een mentale houding weer. Gedurende de dag wisselen we continu tussen de mentale houdingen en dit hebben we vaak niet eens in de gaten. Als je je er meer bewust van bent hoe je in verschillende situaties reageert, krijg je meer controle over je eigen houding en gedrag.
Hieronder een korte beschrijving van de vier kwadranten van het model:
- MANIPULATOR: In dit kwadrant geloof je dat je zelf de regie hebt en dat jij de belangrijkste persoon bent. Je denkt en je handelt alleen ten gunste van jezelf en houdt geen rekening met een ander of het groter belang. Je vindt dat je meer rechten dan plichten hebt, gelooft dat je beter bent dan anderen, houdt niet van verandering, ziet anderen als een bedreiging en ervaart opbouwende kritiek als een aanval op jou persoonlijk. Met deze houding ben je geen favoriete collega en het is dan ook een goede strategie voor meer werkgeluk.
- SLACHTOFFER: In dit kwadrant bevind je je wanneer je denkt dat je geen invloed hebt op wat er gebeurt. Je stelt jezelf centraal, redeneert vanuit je eigen perspectief en blijft in je bestaande patronen. Je doet dingen om jezelf te beschermen, en je bent reactief. Angst is hierbij vaak de grootste drijfveer. Met deze houding laat je je succes afhangen van anderen. Soms is het best lekker om je even in de slachtofferrol te wentelen. Als deze houding niet zo lang duurt is dat ook helemaal niet erg, maar wanner je erin blijft hangen heeft het een negatief effect op je zelfvertrouwen. Uiteindelijk draagt het niet bij aan je werkgeluk of dat van je collega’s.
- OMSTANDER: Als je deze houding hebt, vindt je dat je geen regie hebt, maar je bent wel gericht op ‘wij’ –op het groter belang. Je hebt de beste bedoelingen, maar gelooft niet dat je iets kunt veranderen. Je bent niet actief, maar slechts passief betrokken. Een dergelijk gevoel van machteloosheid leidt niet tot daadkracht en draagt ook niet bij aan een gevoel van voortgang of voldoening.
- LEIDER: In deze mentale houding wil je het verschil maken en daarvoor neem je het initiatief. Je neemt verantwoordelijkheid voor jezelf en voor anderen en geeft ook goed je grenzen in. In deze houding ervaren we betekenis, verbinding en voldoening. We voelen ons betrokken bij de organisatie en de organisatiedoelen en zijn bereid een stapje harder te lopen als dat nodig is. Het mes snijdt dus aan twee kanten, het maakt ons als werknemer gelukkiger en de organisatie is erbij gebaat. De houding en het gedrag in het kwadrant van de leider geven het meeste werkgeluk.
Bij verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag gaat het ook om het kiezen van de juiste mind-set. Je mindset gaat over je zienswijze, opvattingen, overtuigingen en denkwijze over hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Het is de manier waarop je naar de wereld en jezelf kijkt. Er zijn twee verschillende soorten mindsets:
- De ‘fixed mindset’, ook wel de statische mindset genoemd, is de overtuiging dat je kwaliteiten, intelligentie, persoonlijkheid en karakter vaststaande gegevens zijn. Als je denkt dat je het nu eenmaal moet doen met de talenten en capaciteiten die jou gegeven zijn, heb je voortdurend het gevoel dat je je moet bewijzen. Bij een ‘fixed mindset’ heb je ook het gevoel dat je een fout niet kunt herstellen en dat als je ergens moeite voor moet doen, dit betekent dat je niet goed genoeg bent.
- Tegenover de ‘fixed mindset’ staat de ‘growth mindset’, oftewel de op groei gebaseerde mindset. Met een ‘growth mindset’ denk je juist dat je je basiskwaliteiten kunt ontwikkelen door er moeite voor te doen. Je ziet fouten niet als falen maar als een manier om nieuwe dingen te leren. Je ‘growth mindset’ verbreden en ontwikkelen.
Bij het aanleren van nieuwe dingen en het veranderen van gedrag is een ‘growth mindset’ enorm belangrijk. Probeer er dus zoveel mogelijk voor te zorgen dat je niet blijft hangen in een ’fixed mindset’ maar juist een growth mindset leert te ontwikkelen, zodat je ruimte voor jezelf maakt om te blijven groeien.
We weten nu wat werkgeluk is, en hoe we hier vat op kunnen krijgen. Door onszelf bewust te zijn van het verband tussen werkgeluk en werktevredenheid, door de vier pijlers van werkgeluk in de gaten te houden in ons dagelijkse reilen en zeilen, door ons bewust te zijn van ons eigen gedrag en de rol die we in verschillende situaties aannemen en door het ontwikkelen van een ‘growth mindset’ kunnen we eigenaarschap nemen over ons eigen werkgeluk.