NPS +57 NPS +57
Flexibel en snel Flexibel en snel
Klantgericht en deskundig Klantgericht en deskundig
Transparant en innovatief Transparant en innovatief

13 september 2023

Met de start van het nieuwe schooljaar en de terugkeer naar het werk in het vizier publiceert Stichting Nederland Schoon haar onderzoek naar de lunchgewoontes van Nederlanders. De nadruk ligt hierbij op de verpakking van de meeneemlunches. Dat heeft alles te maken met de missie van de stichting: Nederland 100% zwerfafvalvrij.

Fruit (46%), rauwkost (21%), snacks zoals een mueslireep, koekje of snoepje (21%), kwark en yoghurt (21%), salade (14%), crackers of beschuit (14%), warme maaltijd (8%), wraps (8%) en noten en rozijnen of gedroogde vruchten (6%), het is allemaal te vinden in de lunchbox van schoolgaande kinderen en werkende volwassenen in Nederland. Maar brood staat in ons land nog altijd op nummer 1 voor de lunch. 84% van de respondenten van het onderzoek dat Nederland Schoon liet uitvoeren door DirectResearch en waaraan 1.171 mensen meededen kiest voor brood tussen de middag, de helft daarvan neemt dit altijd mee in een lunchbox. Die andere helft dus niet, en dat komt onder meer door de ruimte die de broodtrommel inneemt in de tas, het gemak van geen leeg bakje mee terug hoeven nemen of omdat er nu eenmaal een gewoonte is ontstaan om de bammetjes in een boterhamzakje of andere eenmalige verpakking te doen. Van deze groep zegt meer dan 55% bereid te zijn over te stappen naar een herbruikbaar alternatief. Ook opvallend: van de basisschoolleerlingen neemt 81% een broodtrommel mee, op de middelbare school zwakt dit percentage af naar 69% en van de werkenden maakt weer een kleinere groep (50%) gebruik van de oude, vertrouwde broodtrommel. Voor Nederland Schoon reden om vol in te zetten op de comeback van de lunchbox in het straatbeeld om zwerfaval te voorkomen. 

Herbruikbare fles

61% van de Nederlanders gaat naar school of werkt (deels) op kantoor of buitenshuis, 70% van deze groep neemt altijd of regelmatig lunch mee. Dat de helft kiest voor een herbruikbare verpakking is mooi, maar die andere helft moet ook over de streep worden getrokken, vindt Nederland Schoon. Boterhamzakjes en aluminiumfolie worden namelijk nog heel veel in de natuur teruggevonden. 

Gek genoeg blijkt een herbruikbare waterfles wel al te zijn doorgedrongen in het collectieve meeneembeleid. 77% van de respondenten die aangeven water (59%) en andere dranken mee te nemen naar school of werk doet dit in een herbruikbare fles. Het is dus gebruikelijker een herbruikbare (water)fles mee te nemen dan een herbruikbare lunchbox. Gevraagd naar de reden voor het meenemen van een herbruikbare fles antwoordt 37% dat het al een gewoonte is, 33% zegt het te doen omdat het beter voor het milieu is, 22% stelt dat het goedkoper is dan een wegwerpverpakking en 22% kiest ervoor omdat de drank dan beter warm of koud blijft. 

Stimuleren

“Ons doel is om Nederland schoon te krijgen en daarbij moet hergebruik de nieuwe norm worden. Wat mij opviel is dat mensen aangeven dat zij het meenemen van een herbruikbaar bakje, zoals een broodtrommel, suf vinden. Dit imago moeten we bijstellen. Goed voorbeeld doet goed volgen en daarom pleiten wij voor een comeback van de broodtrommel in het straatbeeld. Het is super dat de helft al een lunchbox meeneemt, maar er is nog een andere helft te winnen. Hoe meer mensen een lunchbox meenemen, hoe normaler het straatbeeld wordt”, aldus Ingrid Goethart, directeur (a.i.) van Stichting Nederland Schoon. 

63% van de respondenten gaf aan niet gestimuleerd te worden om herbruikbare verpakkingen mee te nemen en daar pakt Stichting Nederland Schoon de handschoen op. Middels educatiemateriaal gaat zij kinderen uitleggen waarom het belangrijk is om vaker herbruikbare verpakkingen te gebruiken en het gebruik van eenmalige verpakkingen te verminderen. Ook komt de SUP-wetgeving hier in stripvorm aan de orde. Met een quiz wordt vervolgens de kennis getoetst en via stellingen wordt een dialoog over dit onderwerp aangemoedigd. Het lesmateriaal en ander campagnemateriaal is te vinden op www.supportervanschoon.nl.

Bron: www.levensmiddelenkrant.nl

30 augustus 2023

Het afgelopen jaar werd 76% van de ondernemers weleens te laat betaald door klanten. Bij 13% gebeurde dit zelfs bij minimaal 10% van de facturen, veelal door vertraging vanuit de klant. Dit blijkt uit representatief onderzoek door DirectResearch in opdracht van de NPa. Peppol kan hierbij een oplossing bieden.

Velen kunnen wel e-factureren, maar doen dit niet

Hoewel 57% van de ondernemers e-facturen kan versturen, doet bijna de helft (48%) dit nooit. Zij factureren alleen via pdf of een papieren factuur, terwijl de kans op vertraging daarmee groter is dan bij e-factureren via Peppol. ZZP’ers en kleine bedrijven maken het minst gebruik van e-facturatie, terwijl Peppol juist ook voor hen interessant kan zijn door de toegankelijkheid van deze standaard.

Mogelijke verplichting in Duitsland en België

Uit het onderzoek komt verder naar voren dat 71% van de ondervraagden zakendoet met België en Duitsland. Dit zijn landen waar wetswijzigingen besproken worden die e-facturatie via Peppol  verplicht gaan stellen in handel tussen bedrijven onderling, en handel met de overheid.

Over het onderzoek

In opdracht van de NPa voerde DirectResearch in juli 2023 een kwantitatief onderzoek uit onder een steekproef van 323 (mede)beslissingsbevoegden voor administratie en inkoop binnen bedrijven. Hiertoe behoren kleine ondernemingen, zoals ZZP’ers, maar ook middelgrote bedrijven en grotere bedrijven (1000+ werknemers). Wilt u de onderzoeksrapportage ontvangen? Stuur in dat geval uw verzoek naar [email protected]. Wij sturen u dan de rapportage via e-mail.

Aansluiten op Peppol

Ondernemers die van Peppol gebruik willen maken, sluiten zich aan bij een Peppol serviceprovider, al dan niet via hun boekhoudpakket. Daarna ontvangen zij een Peppol ID en maken verbinding met het wereldwijde Peppol-netwerk. Dan kan de onderneming elk aangesloten bedrijf vlot factureren. Steeds meer boekhoudpakketten bieden deze ondersteuning zonder extra kosten en hebben het proces volledig geïntegreerd.

Bron: www.peppol.nl

30 augustus 2023

Liefst 7 op de 10 zorgmedewerkers denkt dat veel bewoners van zorginstellingen slaapproblemen hebben, blijkt uit onderzoek dat HartingBank liet uitvoeren. De zorghulpmiddelenspecialist vroeg bovendien hoe therapeuten en verpleegkundigen aankijken tegen slaaptraining en innovatieve slaaphulpmiddelen.

HartingBank staat als zorghulpmiddelenspecialist midden in de zorg. Uit de praktijk wisten ze dus al dat slaapproblematiek onder bewoners veel zorgmedewerkers bezighoudt. Om het gevoel te vatten in concrete cijfers, liet het DirectResearch onderzoek doen onder ergotherapeuten, fysiotherapeuten, zorgmanagers en verpleegkundigen.

Slaaptekort

De resultaten van het onderzoek onderstrepen wat HartingBank al vermoedde: liefst 70% van de zorgprofessionals denkt dat veel bewoners in zorginstellingen slaapproblemen hebben. Dat merken ze vooral aan de mentale (87%) en lichamelijke (86%) gezondheid van de bewoners. Recent onderzoek van het Erasmus MC onderschrijft die vermoedens: twee op de drie ouderen met een verstandelijke beperking die in een zorginstelling wonen, slapen te kort of vinden doorslapen moeilijk.

Het onderzoek van DirectResearch laat zien dat twee derde van het zorgpersoneel zich zorgen maakt over de kwaliteit van de slaap van bewoners. Smits vindt die zorgen terecht: “Slecht slapen is van invloed op hoe de cliënten zich overdag voelen: moe en prikkelbaar. Geagiteerde bewoners hebben op hun beurt weer meer zorg nodig.”

Prettige slaapkamer

Volgens Smits is de oorzaak van slecht slapen soms een slaapziekte als slaapapneu of rusteloze benen. “Maar de meeste slaapproblemen hebben hun oorzaak in de omgeving”, benadrukt ze. Van een fijn bed tot een prettige donkere kamer dragen bij aan een goede nachtrust, net als een dagprogramma en bedtijden die aansluiten op de behoeften van de bewoner. Uit het onderzoek blijkt dat zorgverleners al grotendeels bekend zijn met de factoren die de kwaliteit van slaap beïnvloeden. Ze noemen comfortabel liggen, beweging gedurende de dag en een prettige slaapomgeving als de top-3 van belangrijkste factoren. Dat het biologische ritme, de temperatuur en een slaapziekte ook de kwaliteit van slaap beïnvloeden, is minder bekend onder het zorgpersoneel.

Slaap is hip

Smits merkt in de praktijk dat de relatie slapen en gezondheid steeds meer aandacht krijgt bij zorginstellingen. Ze ziet dat steeds meer zorginstellingen investeren in gespecialiseerde slaapteams. Ook het onderzoek onderschrijft de toegenomen aandacht voor slaap in de zorg. Bijna driekwart van de zorgverleners is van mening dat de kwaliteit van slaap één van de belangrijkste factoren is als het gaat om de gezondheid van de bewoners. Smits: “Het besef komt dat zorg een 24-uurs verhaal is. Wat je overdag doet, beïnvloedt de nacht – en andersom.”

Kennisdeling

Hoewel het kennispeil rond slaapproblematiek stijgt, blijkt dat twee derde van de ondervraagde zorgverleners behoefte heeft aan kennisdeling op dit vlak. Trainingen worden vaak genoemd als belangrijk middel om de slaapkennis op te vijzelen. Een kleine meerderheid (52%) denkt dat innovatieve producten kunnen helpen de slaapproblemen in de zorg te verlichten. Een slim bed, intelligent matras of knuffelbare slaaprobot zijn manieren om de slaap beter te monitoren of comfortabeler te maken.

Slaaprichtlijn

HartingBank wil in die behoeften voorzien en levert een breed assortiment aan ‘zorgtech’ die de nachtrust verbeteren. Liefst 65% van de geïnterviewden vindt specialistische kennis over slaapproblematiek belangrijk in de keuze voor een aanbieder. HartingBank is bovendien een groot voorstander van de nieuwe landelijke Richtlijn Slaapproblemen, die dit najaar geïntroduceerd wordt door overheidsinstantie SKILZ. Die richtlijn helpt zorgpersoneel inclusief artsen en gedragsdeskundigen inzichtelijk maken welke slaapproblemen er kunnen zijn en wat je er aan kunt doen. “Het is een algemene wegwijzer, gekoppeld aan concrete checklists”, zegt Smits. Smits is als somnoloog nauw betrokken bij de totstandkoming van die richtlijn. Wat slaap betreft, wordt de zorg nu echt wakker.

Bron: www.zorgvisie.nl

14 augustus 2023

Op het moment draait Transformers: Rise of the Beasts in de bioscoop. Opnieuw veroveren de avonturen van Optimus Prime en zijn ‘autobots’ zowel jonge als oude harten. Maar het fictieve robotras is niet alleen te bewonderen op het grote witte doek. Nee, ze voeren nu ook een belangrijke strijd in de échte wereld. Speelgoedfabrikant Hasbro introduceert namelijk de ‘Bravery Boost’. Een hulplijn die ouders en verzorgers kunnen inschakelen wanneer hun kind wel een steuntje in de rug kan gebruiken.

In de wereld van vandaag is het niet altijd makkelijk om kind te zijn. Hasbro deed onderzoek en hieruit blijkt dat bijna de helft van de kinderen (43%) van 5 tot en met 9 jaar oud minstens wekelijks een spannend moment ervaart en zich angstig voelt. Vooral dromen, een spannende film of boek, ruzie en pesten komen terug als spannende momenten. Transformers, bekend om hun moed, loyaliteit en teamwork kunnen hierbij helpen. Hasbro introduceert daarom de Bravery Boost. Waar Bumblebee, één van de meest geliefde Transformers, kinderen persoonlijk aanmoedigt.

Onderzoek naar angsten bij kinderen

Het desbetreffende onderzoek is uitgevoerd door Direct Research onder kinderen in de leeftijd 5 tot en met 9 jaar woonachtig in Nederland en België. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen regelmatig spannende momenten ervaren. 4 op de 10 kinderen ervaart minstens wekelijks een spannend moment. Jongens geven zelfs significant vaker aan het spannend te vinden om straf te krijgen en te praten tegen vreemde mensen dan meisjes.

In aanloop naar deze spannende momenten zoeken kinderen veelal steun bij een knuffel (32%) of praten erover (26%). Ook het spelen met actiefiguren helpt hen om gedachten te verzetten. Bijna de helft, 46%, van de kinderen die met actiefiguren spelen geeft aan zich hierdoor blijer te voelen. Ook zegt 42% van de kinderen zich minder verdrietig en sterker te voelen na het spelen met actiefiguren.

Zo zien we maar weer. Het spelen met actiefiguren, poppen en dergelijke kan kinderen nog altijd helpen in hun ontwikkeling. Dat is dus niet per se iets oubolligs.

‘Bravery Boost’ door Hasbro

Om kinderen een steuntje in de rug te geven lanceert Hasbro de ‘Bravery Boost’ hulplijn. Ouders kunnen een ‘boost’ opvragen via de ‘Bravery Boost’-pagina waarna ze een gepersonaliseerde video – ontwikkeld via kunstmatige intelligentie – van Bumblebee ontvangen die het kind moed inspreekt. Bumblebee is wederom te zien in de nieuwe film Transformers: Rise of the Beasts. Ook kunnen ouders via de Instagrampagina van Pauline Wingelaar, moeder van twee zoons en bekend van Echte Gooische Moeders, kans maken op een levensecht bezoek van Bumblebee.

‘Met de ‘Bravery Boost’ wil Transformers jonge kinderen aanmoedigen om hun angsten te overwinnen. Transformers kunnen daarbij helpen omdat zij symbool staan voor kracht, teamwork en moed. Spannende momenten zijn er altijd, of je kind nu een spreekbeurt moet geven, wordt gepest of gezonde wedstrijdspanning heeft. Actiefiguren kunnen kinderen helpen obstakels en moeilijkheden te trotseren’, zegt Pauline Wingelaar

Bron: www.jfk.men

11 juli 2023

Dit blijkt uit een onderzoek van fintechbedrijf Pleo met DirectResearch onder 1.042 Nederlandse werknemers. Gemiddeld wordt €83,30 euro per persoon aan onkosten niet teruggevraagd aan de werkgever. Jongeren tot 35 jaar laten niet alleen het meeste geld liggen, maar worden ook gevraagd het meest voor te schieten.

1 op de 5 werknemers bang om als te krenterig te worden gezien 

Nederlandse werknemers moeten gemiddeld maar liefst 1237,20 euro per jaar voorschieten, maar niet iedereen is even secuur in het terugvragen van dit geld. Ruim 1 op de 5 werknemers (22%) geeft aan het declareren van lage bedragen te vermijden uit angst om als krenterig te worden gezien. Andere veelgenoemde redenen zijn de drukte op het werk (20%) of een kwijtgeraakt bonnetje of declaratieformulier (20%).

Declareren is voor 22% de grootste ergernis op de werkvloer. Zo worden declaraties niet altijd ingediend vanwege het moeizame proces. De grootste ergernis onder de ondervraagden is het correct en volledig invullen van declaratieformulieren (39%). Daarnaast wordt ook het verzamelen van papieren bonnetjes als hinderlijk ervaren (24%). De oorzaak van dit misgelopen geld ligt niet aan de uitleg van de werkgever, want 2 op de 3 werknemers laat weten voldoende uitleg te krijgen over het indienen van declaraties. 

Jongeren lopen het meeste geld mis door problemen met declaraties

Het declareren van onkosten blijkt voornamelijk een probleem onder werknemers tussen de 18 en 35 jaar. Op jaarbasis zegt deze groep gemiddeld 191,70 euro niet te hebben teruggevraagd per jaar. Dit is een significant verschil in vergelijking met werknemers in de categorie 35-50 jaar (80,30 euro per jaar) en werknemers ouder dan 50 jaar (42,60 euro). Tegelijkertijd worden zij gevraagd om het meest voor te schieten ten opzichte van de oudere leeftijdsgroepen. Terwijl 50+ers slechts 72,70 euro per maand moeten voorschieten, is dat voor de groep werknemers tot 35 jaar maar liefst 194,20 euro. 

De jongste groep werknemers scoort op alle eerder genoemde redenen om niet te declareren hoger dan gemiddeld. Drukte op werk (30%), het kwijtraken van een bonnetje of declaratieformulier (26%) en de angst voor krenterig gedrag (32%) zijn de belangrijkste redenen. Dit is zorgelijk, want de groep werknemers 18 – 35 jaar geeft ook aan stress te krijgen van het voorschieten, omdat ze bang zijn dat ze hun eigen rekeningen niet kunnen betalen (30%). Ook geeft bijna 1 op de 3 werknemers in deze groep aan wel eens geld van een spaarrekening of een andere betaalrekening te moeten halen, omdat ze geregeld moeten voorschieten. 37% van deze respondenten tussen de 18 en 35 jaar vindt geld voorschieten voor de werkgever dan ook niet meer van deze tijd.   

Eilika Regenbrecht, country lead Nederland bij Pleo: “Ik wist wel dat Nederlandse werknemers veel geld mislopen door het niet indienen van declaraties, maar ik ben toch geschrokken van de cijfers. Het is extra zorgelijk dat de jongere en financieel meest kwetsbare doelgroep het hardst wordt getroffen. Niet alleen verdienen zij relatief gezien het minst, maar ook worden zij gevraagd het meest voor te schieten. Het is frustrerend dat werknemers zoveel geld mislopen, omdat dit echt onnodig is. Met een slim declaratiesysteem hoef je geen geld meer voor te schieten en voor de zeldzame keren dat dit toch een keer moet, krijgen ze direct hun geld terug.” 

Niet alleen voor werknemers levert dit voordelen op, maar ook voor werkgevers. “Missende bonnetjes betekent ook dat je geen BTW kunt terugvragen als werkgever bijvoorbeeld. Daarnaast helpt een efficiënt declaratiesysteem in een beter inzicht in daadwerkelijke bedrijfsuitgaven, waardoor je veel slimmere bedrijfsbeslissingen kunt maken en plannen.”    

23 juni 2023

Er is minder weerstand tegen energie uit biomassa of uit kerncentrales, blijkt uit onderzoek van Vattenfall. Was in 2021 nog 31% tegen de inzet van kernenergie, in 2023 is dat gedaald naar 21%. De weerstand tegen energie uit biomassa daalde van 27% naar 19%. Vattenfall verricht sinds 2019 regelmatig een onderzoek onder Nederlanders over hoe zij denken over klimaatverandering, in te zetten maatregelen (technieken of bronnen) en hoe deze gewaardeerd worden.

De steun voor het inzetten van zonnepanelen en energiebesparing als maatregel tegen klimaatverandering is onder Nederlanders nog altijd het grootst. Maar ook de support voor wind op zee of water (zoals een IJsselmeer) neemt geleidelijk toe.

Wat opvalt is dat een groeiende groep Nederlanders elke vorm van klimaatmaatregelen níét steunt. Dat hangt wellicht samen met dat minder mensen geloven dat de maatregelen ook effect hebben op klimaatverandering (van 71% in 2019 naar 63% in 2023). 42% van de ondervraagden vindt ook dat de Nederlandse klimaatmaatregelen op mondiale schaal een te klein effect hebben. Er is niet gevraagd hoe deze groep denkt over het belang van een economische voorsprong door en de mogelijke export van (nieuwe) klimaattechnieken.

Bekend maakt bemind
Er zijn grote verschillen voor de steun voor een lokale maatregel tussen de groep mensen die deze al kent vanuit hun omgeving en de groep die de maatregel niet kent. Zo is 38% van de ondervraagden vóór een kerncentrale nabij als zij die nog niet kennen, dat wordt 77% als je het aan mensen vraagt die al een kerncentrale in de buurt hebben staan. Voor biomassa is dat 35% ten opzichte van 67%.

Onderzoekverantwoording
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Vattenfall door Direct Research onder 1015 consumenten in Nederland van 18 jaar en ouder, gewogen voor geslacht, leeftijd en opleiding, in de periode 24 april 2023 tot en met 4 mei 2023. 


Bekijk hier de volledige Vattenfall rapportage – Houding klimaatverandering 2023

16 juni 2023

Onderzoek door HP, in samenwerking met DirectResearch, laat zien dat meer dan de helft van de Nederlanders (53%) het belangrijk vindt dat zij een duurzame keuze maken bij de aanschaf van elektronica. HP speelt in op deze behoefte door steeds duurzamere producten uit te brengen en rapporteert bovendien al 21 jaar over haar duurzaamheidsinitiatieven. Maar naast een duurzaamheidsrapport zet HP nu ook kunst in om de industrie en consumenten te inspireren.

Onlangs opende HP een eenmalige en unieke interactieve kunstinstallatie waarbij technologie samen komt met creativiteit, duurzaamheid, energie en geluid. Bij aanraking van de kunst hoor je unieke klanken en symfonieën waardoor ‘HP’s Orchestra of Sustainability’ ontstaat. Met deze kunst wil HP laten zien dat duurzaamheid in alle facetten van de organisatie verweven is: in de producten en services, de inzet van de medewerkers en de gehele supply chain.

HP streeft ernaar om in 2030 het meest duurzame technologiebedrijf van de wereld te zijn. Dat consumenten dit belangrijk vinden is niet onbekend. Uit HP-onderzoek, in samenwerking met DirectResearch, blijkt dat 53% van de Nederlanders het belangrijk vindt om een duurzame keuze te maken bij aanschaf van elektronica. Hiernaast is 44% zich bewust van CO2-uitstoot bij het doen van elektronica-aankopen.

Christina Geierlehner, Duurzaamheidsmanager bij HP: “Al 21 jaar rapporteert HP over de vooruitgang op het gebied van duurzaamheid. We zetten ons onverminderd in om het meest duurzame technologiebedrijf ter wereld te zijn en bereiken belangrijke stappen op het gebied van klimaat, mensenrechten en digitale gelijkheid.”

102 miljoen plastic flessen verwerkt in producten

Om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan het terugdringen van de plastic soep in onze oceanen maakt HP gebruik van ocean-bound plastic voor het maken van HP-producten. In totaal heeft HP 1298 ton plastic hergebruikt dat anders in de zee was beland. Dit komt neer op 102 miljoen plastic flessen die verwerkt zijn in producten van HP. Sinds 2017 heeft HP ruim 300 nieuwe producten uitgebracht waarin ocean bound plastic is verwerkt.

1 miljoen bomen gepland in samenwerking met Jane Goodall Institute

Hiernaast zet HP zich op wereldwijde schaal in om de CO2 uitstoot terug te dringen. Onlangs is HP een samenwerking aangegaan met het Jane Goodall Institute en heeft zich toegelegd op het planten en beschermen van 1 miljoen bomen. Ook lokaal zet HP zich in om bomen te planten. In samenwerking met Trees for All en Staatsbosbeheer plantte HP dit jaar 2.500 bomen. HP wil de uitstoot van broeikasgassen in de waardeketen met 50% verminderen tegen 2030 en “net zero”-uitstoot bereiken in 2040. HP is hiervoor al hard op weg en hebben CO2-uitstoot sinds 2019 inmiddels met 9% teruggedrongen.”

Digitale kloof tegengaan

Digitale gelijkheid is een ander belangrijk aandachtspunt voor HP. HP zet zich in om de digitale kloof die nog steeds bestaat actief te verminderen. HP heeft inmiddels 74,3 miljoen mensen kunnen helpen met opleidingsprogramma’s. Hiernaast hebben HP-medewerkers 692.000 uur aan vrijwilligerswerk besteed sinds 2016 en in 2021 doneerde HP ruim 3 miljoen dollar aan apparatuur als laptops en printers en papier om een bijdrage te kunnen leveren aan educatie, gezondheidszorg en bedrijven in gemeenschappen die minder toegang hiertoe hebben. Onlangs heeft HP een grote schenking van computers en lesmaterialen kunnen doen aan Oekraïense kinderen, studenten en zorgpersoneel.

11 mei 2023

Bijna driekwart van de jongeren weet niet goed wat graskaas is. Ruim één op de vijf denkt dat het kaas is die naar gras smaakt, zo blijkt uit onderzoek van Aldi. Het onderzoek is gehouden in de aanloop naar het graskaasseizoen. Komende zaterdag wordt dat voor het eerst in 27 jaar weer eens officieel geopend met de Nationale Graskaasdag in Woerden.

Het onderzoek is uitgevoerd door DirectResearch via een online enquête. Tussen 3 en 10 mei is die ingevuld door 505 personen van 18 tot en met 35 jaar. De steekproef is gewogen naar een representatieve verdeling voor de Nederlandse bevolking, meldt Aldi.

Groen

Van de geënqueteerden tussen de 18 en 26 jaar weet 73 procent niet, of niet precies, wat graskaas is. In die groep denkt 42 procent dat graskaas een vegan kaas is, gemaakt van gras. Behalve dat iets meer dan 1 op de 5 jongeren (21 procent) denkt dat graskaas naar gras smaakt, denkt ook ruim een kwart (28 procent) dat de kaas groen van kleur is. Het is echter een jonge kaas, die vaak net iets geler van kleur is dan gewone jonge kaas.

Verder geven de jongeren tot 35 aan dat ze vaak of regelmatig kaas eten (77 procent), en dat kaas meestal als beleg op brood gegeten wordt (68 procent).

‘Hollandse Nieuwe onder de kazen’

Volgens de Aldi is graskaas ‘toch een beetje de Hollandse Nieuwe onder de kazen’. Het is een typisch Nederlandse jonge kaas, die wordt gemaakt van melk van koeien die voor het eerst weer buiten grazen in het weiland. De kaas heeft een rijpingstijd van minimaal 4 weken en smaakt romig.

Nationale Graskaasdag

Komende zaterdag 13 mei is er voor het eerst in 27 jaar weer een officiële aftrap van het graskaasseizoen. De kaasbranche heeft hiervoor de koppen bij elkaar gestoken en het is de bedoeling om van de Nationale Graskaasdag in Woerden (Utrecht) een jaarlijkse traditie van te maken. “Net zoals elk jaar vlaggetjesdag gevierd wordt”, verduidelijkt Rick Brantenaar, een van de initiatiefnemers.

Kenners en liefhebbers komen naar de historische binnenstad, waar een stoet van klassieke kaasbrikken en tractoren op weg naar de markt veel bekijks moet gaan trekken, schetst hij. „Daar wordt een reusachtige graskaas van 125 kilo op het podium getild en het ‘kaaslied’ wordt uit volle borst meegezongen.” Veilingmeester Jacques de Koning veilt de reuzenkaas, waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat.

1 mei 2023

Milieuorganisatie Good Fish, Cornelis Vrolijk/Jaczon en Wageningen Marine Research zijn een samenwerking aangegaan binnen het Kennisproject VISwijzer en Flyshootvis. Het doel is meer bekendheid en een betere toekomst voor flyshootvisserij. Good Fish deelt hierover een persbericht.

De Nederlandse vissersvloot verkeert in zwaar weer, de overheid biedt aan meer dan de helft van de Nederlandse kotters een saneringsregeling aan. In hoeverre deze sanering gaat bijdragen aan het creëren van een duurzame visserijvloot voor de komende jaren is mede afhankelijk van de vissers die wel doorgaan. De overblijvende vloot wordt aangemoedigd verder te verduurzamen en transparant te zijn. Voor sommige visserijen is dit een grotere stap dan voor anderen. Een gedeelte van de flyshootvisserij ziet de noodzaak en neemt het voortouw door kennis te verzamelen en te delen.

Kennisproject VISwijzer en Flyshootvis

Door een unieke samenwerking aan te gaan met Wageningen Marine Research en de milieuorganisatie Good Fish binnen het Kennisproject VISwijzer en Flyshootvis, wil een aantal flyshooters komen tot een duidelijke agenda voor de toekomst. Hierin moet het allergrootste probleem getackeld worden; er is nog te weinig bekend van en over flyshootvis.

Goede dataverzameling nodig

Cornelis Vrolijk / Jaczon werkt met een viertal flyshootkotters mee aan dataverzameling voor de vissoorten poon, rode mul en inktvis. Doordat er nog niet voldoende bekend is van deze vissoorten kan er geen goede duurzaamheidsbeoordeling afgegeven worden. Daarom krijgen deze soorten vis automatisch een minder goede score in de VISwijzer. Aangezien conventionele gegevensverzameling niet geschikt is voor de flyshootvloot, wordt er binnen de samenwerking met Good Fish, Cornelis Vrolijk/Jaczon en Wageningen Marine Research gezocht naar een goed protocol waarmee onderzoekers kunnen werken aan het verzamelen van gegevens.

Onbekendheid flyshootvis

Ook bij de consument, visdetaillist en horeca is relatief weinig bekend over de flyshootvis. Het vergroten van deze kennis is wel belangrijk, want het is goed mogelijk dat de Nederlandse visserij volledig gaat veranderen. De grootschalige sanering in de Noordzee visserij, de eiwittransitie en alle ontwikkelingen die gepaard gaan met het aanbod van duurzame producten in winkels zorgen voor een nieuwe visie op vis. Daarom is het wenselijk dat ook andere vissoorten een betere plek krijgen in de Nederlandse restaurants en winkels. Momenteel wordt ca 90% van de vis uit de flyshootvisserij naar het buitenland geëxporteerd.

Een ludiek onderzoek van DirectResearch onder ruim 500 Nederlandse consumenten toont aan dat ruim 30% van de respondenten denkt dat flyshoot een balsporttechniek is en 18% is (enigszins) bekend met de term flyshoot. Wanneer er wordt gevraagd op welke vis de Nederlandse flyshooters vissen, ziet DirectResearch juist dat de ‘flyshootvis’ rode mul (11%), poon (9%) en inktvis (6%) het minst gekozen zijn. Maar gelukkig is er ook goed nieuws: met name mannen (45%) en 30% van de vrouwelijke respondenten zouden deze vissoorten wel vaker willen zien in viswinkels en restaurants.

Duurzaamheid flyshoot

Daarover weten we nog niet alles. Met de verzamelde gegevens uit het project hopen de samenwerkende partners een betere beoordeling te kunnen maken voor poon, inktvis en rode mul in de VISwijzer. Het is vooralsnog onduidelijk hoe deze visbestanden ervoor staan. Ook kan door deze informatie een agenda voor de toekomst worden gemaakt. Voor de sector is het wel bemoedigend te weten dat de term ‘flyshoot’ bij de consument wel duurzaam overkomt. Want uit het DirectResearch onderzoek blijkt dat de helft van de respondenten erop vertrouwd dat flyshoot een duurzame vistechniek is. Hoe dan ook is de samenwerking een mooie doorbraak en de vissers verdienen daarom steun van het publiek, visdetaillisten en chefs voor hun inzet naar een duurzamere toekomst.

Bron: www.vismagazine.nl

13 april 2023

De meeste Nederlanders vinden dat iedere melkkoe recht heeft op een eigen ligplek (80%) en op grazen in de wei (73%). Dit blijkt uit marktonderzoek onder ruim 1.500 Nederlanders in opdracht van Wakker Dier. Deze basale behoeften zijn nu niet vastgelegd in de wet. Wakker Dier start daarom een burgerinitiatief voor de wettelijke bescherming van de melkkoe. Daarom is tot en met 4 april ook onze tv spot: “Zuivel is niet zo zuiver als we denken” weer op televisie te zien.

Veel mensen gaan ervanuit dat de Nederlandse wet melkkoeien redelijk beschermt. Zo denkt maar liefst 70 procent dat koeien recht hebben op een minimum hoeveelheid leefruimte. Dat is niet zo. Het is niet eens wettelijk verplicht om iedere melkkoe een ligplek te geven. Anne Hilhorst van Wakker Dier: “We hebben basisregels voor het houden van kippen en varkens, waarom niet voor koeien?”

Meer bescherming

Ondanks dat mensen denken dat er al veel regels zijn voor het houden van melkkoeien, vindt alsnog 75 procent van de ondervraagden dat er meer wetgeving moet komen. Er is dus veel draagvlak voor betere wetgeving. Anne Hilhorst:  “Nederland geeft om de melkkoe en wil dat ze beschermd wordt. Tijd voor de overheid om daar gehoor aan te geven.”

Burgerinitiatief

Wakker Dier wil dat melkkoeien ten minste dezelfde bescherming krijgen als varkens en kippen. Dat betekent dat er minimumeisen moeten komen voor leefruimte, ligplekken, vloeren, een verantwoord dag- en nachtritme, gezondheid en soorteigen gedrag (zoals grazen in de wei). Met het burgerinitiatief wil Wakker Dier zorgen dat dit verankerd wordt in het besluit Houders van Dieren.

Onnodig veel dierenleed

De meeste koeien in Nederland leven in zogeheten ‘ligboxstallen’ met harde loopvloeren die regelmatig nat en glad zijn door mest. De ligplekken zijn vaak te smal waardoor een koe niet comfortabel kan liggen, terwijl rusten en herkauwen erg belangrijk is. Een goede stalinrichting is essentieel: een kwart van de koeien komt nooit buiten. Anne Hilhorst: “Het welzijn van melkkoeien ligt nu geheel in de handen van de melkindustrie. Dat leidt tot onnodig veel dierenleed.”

Driehonderdduizend koeien kreupel

Melkkoeien zijn vaak ziek. Elk jaar lopen meer dan driehonderdduizend koeien kreupel en lijden zo’n vierhonderdduizend koeien een óf meerdere keren aan een pijnlijke uierontsteking. Dat zijn alarmerende cijfers voor een industrie die zegt van koeien te houden.

Marktonderzoek

Het marktonderzoek is uitgevoerd door DirectResearch onder 1.527 mensen, een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek liep van december 2022 tot en met januari 2023.

Bron: www.wakkerdier.nl